Cookie beleid Neptunus-Schiebroek

De website van Neptunus-Schiebroek is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

S.I.O.D.

S.I.O.D.

Een samenvatting van de geschiedenis zoals deze werd opgenomen in de jubileumboeken ter gelegenheid van het zeventigjarig en vijfenzeventigjarig bestaan. Het verhaal is van de heren J.den Adel en A.Bloot sr. en L.van Egmond.

De vereniging werd opgericht in het noorden van Rotterdam onder de naam C.V.V. (Crooswijksche Voetbal Vereeniging) door de gebroeders Van Gelderen, Stok, Van Berkel, Vogels en P.H.Garnier. C.V.V., met als clubkleuren een blauw-wit gestreept shirt en zwarte broek, had geen vast terrein, maar speelde in het begin waar nu de Bergsingel is en tot 1913 twee jaar in Boschpolder. In 1913 werd toegetreden tot de R.V.B. en moest de naam worden veranderd (CVV bestond al in Charlois). Gekozen werd voor S.I.O.D. (Scoren Is Ons Doel) met als clubkleuren een oranje shirt en een witte broek. Begonnen werd in de 3e klasse RVB en in 1916 volgde na een kampioenschap promotie naar de tweede klasse RVB. In deze jaren werd er gespeeld op een veld in de Coolpolder. In 1917 was er dringend behoefte aan nieuwe spelers en werd een combinatie aangegaan met Victoria, een elftal van café J.Coenraad, waarin o.a. Ok Formenoy speelde. Formenoy speelde later -tussen 1924 en 1931- zelfs vier maal voor het Nederlands elftal als Sparta speler. De fusie wierp onmiddellijk zijn vruchten af en S.I.O.D. werd kampioen van de tweede klasse RVB. Dat jaar werd gespeeld aan de Waalhaven.

In 1920 verhuisde de club naar het terrein aan de Heuvel (bij het park)waar het kampioenschap van de RVB ongeslagen werd behaald en daarmee promotie naar de 3e klasse NVB. Die promotie had tot gevolg dat er een beter terrein diende te worden gezocht en men kwam uit bij de hoeve van C.Voets aan de Kleiweg, toennog ‘onder de rook van Rotterdam’. In 1921 werd zelfs bijna promotie naar de tweede klasse bewerkstelligd, maar een beslissingswedstrijd tegen Emma ging verloren na het tweemaal missen van een strafschop.

In de zomermaanden speelde S.I.O.D. buiten competitieverband onder de naam Meeuwen mee in seriewedstrijden op de veemarkt. Ook namen de Meeuwen deel aan de jaarlijkse koninginne-serie, waarin ook de grote Rotterdamse clubs meespeelden en die duizenden toeschouwers trok. Het clubhuis van S.I.O.D. was bij café J.Coenraad aan de Goudscherijweg. Daar verkleedden de spelers zich en gingen dan naar de naastgelegen  veemarkt.

Na enige jaren op het Voets terrein in de modder te hebben gespeeld kreeg S.I.O.D. een eigen terrein aan de Rotterdamsche Rijweg in Overschie, achter de velden van Steeds Hoger, een toenmalige N.V.B. tweede klasse vereniging die zelfs een tribune had gebouwd. Er verrezen twee kleedlokalen van 3 bij 5 meter en een kantine van 4 bij 5 meter. Water ontbrak omdat een en ander midden in de weilanden lag. Water en melk voor de koffie werden aangevoerd met een roeibootje van boer Ouwendijk die zomers zijn schapen op het terrein liet lopen. Er stond een watermolen op het veld die bij overvloedige regenval in werking werd gesteld om de velden bespeelbaar te houden. Vanuit Rotterdam werd de verbinding naar Overschie onderhouden door middel van de paardentram. Bij grote belangstelling voor de wedstrijden van S.I.O.D of Steeds Hooger gebeurde het wel dat er een extra paardentram werd ingezet! In latere jaren werd de paardentram vervangen door een motortram vanaf het Hofplein (slagveld). Steeds Hooger diende enige tijd later zijn veld te verlaten door de aanleg van Rijksweg 13, die 20 meter naast het veld van S.I.O.D. kwam te lopen. Een tweede veld werd in gebruik genomen en de vereniging groeide, ondanks het feit dat het derde-klasserschap in 1928 door degradatie moest worden opgeven.

In 1935 speelde er voor het eerst een juniorenteam namens S.I.O.D.

In mei 1940 echter werden door de oorlogshandelingen de opstallen zwaar beschadigd: alles was doorzeefd door kogels en granaten. Temidden van alle oorlogs-ellende werd S.I.O.D afdelingskampioen van de vierde klasse KNVB in 1941, maar Concordia Delft promoveerde. In het oorlogsjaar 1942 kende S.I.O.D. nog maar 29 leden, waarvan 8 junioren.

Na de oorlog moest S.I.O.D. de velden in Overschie verlaten omdat daar woningen gebouwd werden en werd er een aantal jaren gespeeld op de gemeentelijke sportterreinen.

Op Laag Zestienhoven werd S.I.O.D. in 1947 ongeslagen kampioen van de vierde klasse KNVB. In 1947 werd gespeeld met 5 senior- en 3 juniorelftallen. Twee jaar later volgde helaas weer de degradatie. Het clubhuis in die tijd was café Van Driel aan de Goudschesingel, waar door de leden ook biljartcompetities werden gehouden en er werd geklaverjast.

In 1958 was er een dieptepunt met de degradatie naar de RVB, waar S.I.O.D. later zelfs in de tweede klasse terechtkwam. Desondanks was in deze jaren het ledenbestand het grootst: zo’n vierhonderd leden.

Pas in 1969 werden aan S.I.O.D. eigen velden aan de Teugeweg aangewezen, die echter wel gedeeld moesten worden met Pechvogels. Tegelijk met de receptie voor het 60 jarig bestaan werden op 7 maart 1970 de velden in gebruik genomen. In 1974 werd aan de Teugeweg de terugkeer in de KNVB gevierd na het kampioenschap in de RVB.

In 1985 werd voor de laatste keer de KNVB voor de RVB gewisseld. Helaas in de verkeerde richting.

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!